Twee jaar geleden verscheen de eerste vertaling van de Poolse auteur, dichter en scenarioschrijver Wlodzimierz Odojewski (1930-2016). Op een verdwaald kort verhaal en een hoorspel na was zijn ruime oeuvre tot dan niet in het Nederlands beschikbaar. Laten we hopen dat nieuwe vertalingen elkaar als parels aan een snoer opvolgen, nu deze tweede roman, Verdraaide tijd, alle verfijnde karakteristieken bevestigt waar Zomer in Venetië liefhebbers van meticuleuze literatuur op vergastte.
Om te beginnen keert het magisch-realisme terug, maar ditmaal ongenaakbaarder, kouder. De setting is Warschau, een uitgebluste wetenschappelijk onderzoeker beleeft er meer dan twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog een vreemde tijdverschuiving. In de traphal van zijn appartement wordt hij opgewacht door een jonge vrouw die net als hijzelf deel uitmaakte van een verzetsgroep tijdens de oorlog. De koerierster overhandigt hem dezelfde opdracht als toen. Om het helemaal duizelingwekkend te maken: ze is in al die jaren geen haar veranderd.
Waclaw neemt enkele dagen ziekteverlof, weet zich herdoopt tot Roman (zijn verzetsnaam) en herbeleeft het meest opzienbarende hoofdstuk van zijn leven: de mislukte verzetsdaad die leidde tot de dood van zijn kompanen en tot zijn eigen arrestatie door de Gestapo. Odojewski bedient zich van een wetenschappelijke aanname die in populaire sciencefiction dagelijkse kost is: wie terugkeert in de tijd, moet weten dat alles wat hij verandert gevolgen heeft voor het heden. Zelfs en misschien vooral als de tijdreis plaatsvindt in je brein.
Roman doet wat van hem verwacht wordt en onderzoekt de verloren gewaande achtergrond van de meest bepalende gebeurtenissen uit zijn leven: de liquidatie van een spion en de bijbehorende diefstal van belangrijke documenten uit diens bureau. In een reeks van elkaar snel opvolgende scènes bezoekt hij de decors waar de actie plaatsvond, hij praat er met getuigen van vroeger en nu, dompelt zich onder in zijn herinneringen en komt op confronterende wijze meer te weten dat hem lief is.
Erg geslaagd is de zintuigelijke vermenging van heden en verleden waar Odojewksi oog voor heeft: de muffe geur van verrotting en ouderdom die het appartement van Roman binnendringt, licht dat om de haverklap door de duisternis snijdt om er vervolgens weer door opgeslokt te worden en sirenes van politiewagens die met hun kenmerkende dopplereffect niet alleen door ruimte, maar ook door tijd lijken te breken.
Zenuwstelsel als computer
De taal die Odojewski hanteert, kenmerkt het grondthema van deze vertelling: ons immer raadselachtige geheugen. Roman beschrijft de verwikkelingen en zijn aangewakkerde herinneringen in lange, meanderende zinnen vol nevenschikkingen die treffend aangeven hoezeer de verteller in het duister tast. Hij wikt daarbij zorgvuldig zijn bewoordingen, berucht als hij is voor onnauwkeurigheid: 'dat verleden en heden, dat zeg je meestal gewoon zo, maar het wil niets zeggen, want die tijden zijn in mijn geval zo nauw met elkaar verstrengeld dat ik niet meer weet of ze afzonderlijk bestaan, of ze überhaupt bestaan, of dat er wellicht maar één ononderbroken, voortdurende tijd bestaat die verleden en heden is …'
In het begin van het boek geeft de verteller mee dat hij van plan was zich te verdiepen in het boek Het zenuwstelsel als computer van de baanbrekende wiskundige John von Neumann (denk: Nagasaki en Hiroshima, maar ook computerwetenschappen, statistiek, getallenleer). Een van de bevindingen die Neumann in dat boek uit de doeken doet, is dat de taal waar het menselijk geheugen zich van bedient, elementen uit de statistiek aanwendt om informatie op niet-lineaire wijze te verzenden.
Met andere woorden: een mens zou zich wel eens veel meer kunnen herinneren dan hij denkt. Herinneringen staan allesbehalve zwart op wit gedrukt in een boek dat klaar ligt om opengeslagen te worden. Ze lijken integendeel volstrekt autonoom met hun eigenaar aan de haal te kunnen gaan.
Of nog anders geformuleerd: de menselijke beleving van de realiteit kan zoveel magie bevatten, dat twintig jaar na het beëindigen van een oorlog, deze nog steeds in volle hevigheid woedt.
Vertaald door Charlotte Pothuizen, Querido, 160 blz., 18,99 € (e-boek 10,99 €).
Verberg tekst