Hallo dino! : Karels grote boek over dinosaurussen
Het bos
Wout en Fien ontdekken allerlei dieren in het bos. Instructief prentenboek met stijve schilderingen en uitklapbare bladzijden. Vanaf ca. 4 jaar.
Details
Onderwerp
Bossen
Extra onderwerp
Titel
Het bos / [tekst en illustraties] Liesbet Slegers
Auteur
Liesbet Slegers
Taal
Nederlands
Uitgever
Hasselt: Clavis, 2022
[10] p. : ill.
[10] p. : ill.
ISBN
9789044849158
Besprekingen
Leeswelp
In dit boekje trekken Wout en Fien samen naar zee. Samen pakken ze alle spulletjes in die ze nodig…
In dit boekje trekken Wout en Fien samen naar zee. Samen pakken ze alle spulletjes in die ze nodig hebben: een zonnebril, zonnecrème, hun zwemspullen... Aan zee ontdekken ze zoveel nieuwe dingen en beleven ze verschillende avonturen. Ze bouwen samen zandkastelen en rapen schelpen op het strand, varen met een rubberboortje op het water, gaan uit vissen... Wout en Fien mogen zelfs mee in een duikboot om de dieren te bekijken die zich heel diep in het water verschuilen. Terug thuis maken Wout en Fien een mooi knutselwerk over de dag aan zee, met de mooie schelpen die ze vonden op het strand.
In Het bos trekken Wout en Fien hun stapschoenen aan om een stevige ontdekkingstocht te maken in het bos. Ze kijken naar de vogeltjes in de bomen, de konijntjes en de vossen in hun holletjes, de kleine kriebeldiertjes in het rond enz. Wanneer de avond valt en de nachtdieren tevoorschijn komen, is het voor Wout en Fien tijd om afscheid te nemen van het bos en in bed te kruipen. In hun slaap dromen ze verder van het avontuur in het bos.
Liesbet Slegers is o.a. bekend van haar verhalen over Kareltje, waar met eenvoudige prenten activiteiten van een peuter worden weergegeven. Met haar boekjes probeert ze steeds op een herkenbare manier hedendaagse onderwerpen over te brengen, meestal met een educatieve inslag. In deze twee boekjes probeert Slegers iets oudere kleuters op een educatieve manier kennis te laten maken met het bos en de zee.
In Het bos staan er op elke bladzijden verschillende dieren opgesomd en weergegeven in de typische illustratiestijl van de auteur: aantrekkelijk eenvoudig. Slegers heeft de dieren weloverwogen gerangschikt: op de ene bladzijde gaat het overwegend over de vogels, een andere pagina toont vooral de kriebeldiertjes uit het bos. Zonder tekstuele begeleiding wordt er overgegaan van zomer naar herfst. Dit kan voor kleuters verwarring scheppen, omdat de verhaallijn ontbreekt. Verder komen er ook een aantal dieren aan bod die niet vanzelfsprekend in elk bos aanwezig zijn zoals een das of een vos.
Ook in De zee vinden we per bladzijde een thema ? wat is er te vinden op het strand, op het water, onder het water ?, zodat er structuur wordt aangebracht voor de kleuters. Hier en daar verliest de auteur de leefwereld van de kleuter uit het oog. Zo dalen Wouter en Fien nogal onrealistisch onder water met een duikboot om de grote vissen te bezichtigen. Bovendien zijn er ook een aantal dieren in het verhaal aanwezig die je niet onmiddellijk aan onze kust zal terugvinden, zoals bv. een zeehond.
Slegers introduceert in beide boekjes op een aantrekkelijke en gestructureerde manier verschillende omgevingsgeboden begrippen. De woordenschat is rijk, maar een rode draad ontbreekt in beide verhalen. Veel meer primeert een breed beeld te scheppen van een omgeving, dan Wout en Fien een verhalend avontuur te laten beleven.
Er zijn in elk boek vijf grote flappen om uit te klappen, die slechts dienen om de paginaoppervlakte te vergroten. Ze nodigen niet uit tot activiteit, noch wekken ze nieuwsgierigheid over wat de flappen verbergen. De tekeningen zijn wel duidelijk en kleurrijk. Sommige bladzijden lijken net te vol, hoewel het voor een kleuter een uitdaging kan zijn om elke keer iets te ontdekken dat hij de vorige keer niet had opgemerkt. [Kathleen Gielis]
In Het bos trekken Wout en Fien hun stapschoenen aan om een stevige ontdekkingstocht te maken in het bos. Ze kijken naar de vogeltjes in de bomen, de konijntjes en de vossen in hun holletjes, de kleine kriebeldiertjes in het rond enz. Wanneer de avond valt en de nachtdieren tevoorschijn komen, is het voor Wout en Fien tijd om afscheid te nemen van het bos en in bed te kruipen. In hun slaap dromen ze verder van het avontuur in het bos.
Liesbet Slegers is o.a. bekend van haar verhalen over Kareltje, waar met eenvoudige prenten activiteiten van een peuter worden weergegeven. Met haar boekjes probeert ze steeds op een herkenbare manier hedendaagse onderwerpen over te brengen, meestal met een educatieve inslag. In deze twee boekjes probeert Slegers iets oudere kleuters op een educatieve manier kennis te laten maken met het bos en de zee.
In Het bos staan er op elke bladzijden verschillende dieren opgesomd en weergegeven in de typische illustratiestijl van de auteur: aantrekkelijk eenvoudig. Slegers heeft de dieren weloverwogen gerangschikt: op de ene bladzijde gaat het overwegend over de vogels, een andere pagina toont vooral de kriebeldiertjes uit het bos. Zonder tekstuele begeleiding wordt er overgegaan van zomer naar herfst. Dit kan voor kleuters verwarring scheppen, omdat de verhaallijn ontbreekt. Verder komen er ook een aantal dieren aan bod die niet vanzelfsprekend in elk bos aanwezig zijn zoals een das of een vos.
Ook in De zee vinden we per bladzijde een thema ? wat is er te vinden op het strand, op het water, onder het water ?, zodat er structuur wordt aangebracht voor de kleuters. Hier en daar verliest de auteur de leefwereld van de kleuter uit het oog. Zo dalen Wouter en Fien nogal onrealistisch onder water met een duikboot om de grote vissen te bezichtigen. Bovendien zijn er ook een aantal dieren in het verhaal aanwezig die je niet onmiddellijk aan onze kust zal terugvinden, zoals bv. een zeehond.
Slegers introduceert in beide boekjes op een aantrekkelijke en gestructureerde manier verschillende omgevingsgeboden begrippen. De woordenschat is rijk, maar een rode draad ontbreekt in beide verhalen. Veel meer primeert een breed beeld te scheppen van een omgeving, dan Wout en Fien een verhalend avontuur te laten beleven.
Er zijn in elk boek vijf grote flappen om uit te klappen, die slechts dienen om de paginaoppervlakte te vergroten. Ze nodigen niet uit tot activiteit, noch wekken ze nieuwsgierigheid over wat de flappen verbergen. De tekeningen zijn wel duidelijk en kleurrijk. Sommige bladzijden lijken net te vol, hoewel het voor een kleuter een uitdaging kan zijn om elke keer iets te ontdekken dat hij de vorige keer niet had opgemerkt. [Kathleen Gielis]
NBD Biblion
Toin Duijx
Een meisje met een rode puntmuts gaat een dagje naar het bos. Daar ontdekt zij bosdieren en op de…
Een meisje met een rode puntmuts gaat een dagje naar het bos. Daar ontdekt zij bosdieren en op de rechterpagina staat dan de vraag of er een vos achter de boom zit. De peuter kan dan een flap openmaken en het antwoord ontdekken. Op de linkerpagina staan vier dieren afgebeeld. Deze opzet wordt verder ook gebruikt bij de thema’s ‘in de boom’, ‘kleine diertjes’ en ‘bij het water’. De laatste spread gaat over ‘nog meer in het bos’ (nootjes, dennenappel, paddenstoel’) met als afsluitende vraag of het leuk was in het bos. De tekst, die zich goed laat voorlezen, met steeds een vraag, is uitnodigend om samen met de peuter op zoek te gaan naar het antwoord. Dit vierkante prentenboek heeft een omslag met twee afgeronde hoeken en stevige glanzende bladzijden. De kleurrijke, zwartomlijnde illustraties zullen de peuter zeker aanspreken. Bij ‘de varen’ is een foto tussen de illustraties opgenomen en ook het zandpad op twee pagina’s is een foto. Een aantrekkelijk, vrolijk en leerrijk peuterboek om zelf te bekijken of om voor te lezen op kinderdagverblijven. Vanaf ca. 2 jaar.